Salto del Pastor, traditionele Canarische sport
Eeuwenoude springtechniek vindt nieuwe aanhang op de Canarische eilanden
De traditionele Canarische discipline ‘salto del pastor‘ (herderssprong) beleeft momenteel een belangrijke heropleving. Deze eeuwenoude techniek, waarbij een lange houten stok wordt gebruikt om over ruig en oneffen terrein te springen, zoals ravijnen en kliffen op de verschillende eilanden van de archipel. De Brinco Canario (Canarische sprong) vindt zijn oorsprong bij de oorspronkelijke bewoners van de eilanden en werd door herders gebruikt om zich efficiënt door het bergachtige landschap te verplaatsen.
Van noodzaak naar moderne sport
Wat ooit begon als een praktische methode voor herders om hun kuddes in het moeilijke terrein te volgen, is uitgegroeid tot een gewaardeerde culturele activiteit. In 2001 werd de officiële federatie (Federación Canaria de Salto del Pastor) opgericht, beginnend met 117 leden. Anno 2024 is dit aantal gegroeid naar meer dan 400 leden, waarvan 40% vrouwen zijn.
Groeiende belangstelling in het onderwijs
De recente groei is vooral te danken aan de integratie van de salto del pastor in het bewegingsonderwijs op scholen. Steeds meer docenten en professionals volgen cursussen om deze techniek te leren en door te geven aan nieuwe generaties. De veilige beoefening vereist gedegen training en begeleiding door erkende instructeurs.
Voor de liefhebbers
Nationale bijeenkomst
Van donderdag 31 oktober tot en met zondag 3 november 2024 gaat de 28ste Nationale bijeenkomst door in Chipeque Santa Úrsula.
Praktische toepassing in de moderne tijd
De techniek blijkt niet alleen waardevol voor cultureel erfgoed, maar vindt ook praktische toepassingen in bijvoorbeeld reddingsoperaties op moeilijk bereikbaar terrein. De springtechniek wordt uitgevoerd met stokken van 2,5 tot 4 meter lang, bij voorkeur gemaakt van beukenhout vanwege de duurzaamheid.
Volgens recent onderzoek van de Universiteit van La Laguna draagt deze heropleving significant bij aan het behoud van Canarisch cultureel erfgoed en stimuleert het ook het toerisme in de berggebieden. Bron